Volgens Wikipedia, werd de Fitzpatrick huidtypeschaal in 1975 ontwikkeld door Thomas Fitzpatrick als een manier om de reactie van verschillende huidtypes op ultraviolet (UV) licht in te schatten. Het werd eerst ontwikkeld op basis van huidskleur om de juiste dosis UVA voor PUVA-therapie in te schatten, en toen de eerste tests op basis van alleen haar- en oogkleur voor sommigen leidden tot te hoge UVA-doses, werd het gewijzigd om het rapport van de patiënt op te nemen in de schattingen van hoe hun huid reageert op de zon. Het werd ook uitgebreid naar een breder scala aan huidtypes.
Tegenwoordig is de Fitzpatrick-schaal het standaardinstrument om de huid van een cliënt te beoordelen vóór laser- of lichttherapie. Het lijkt er echter op dat veel therapeuten problemen hebben met het interpreteren van de Fitzpatrick-schaal. De belangrijkste reden hiervoor is dat de termen die worden gebruikt om de huid te beschrijven subjectief zijn en daarmee samen het feit dat we niet gedurende ons hele leven constant op de schaal blijven. Het is mogelijk om een niveau omhoog of omlaag te gaan voor de meeste mensen die tussen type 2 en 4 vallen.
De Fitzpatrick-schaal vragenlijst wordt aanbevolen als een van de beste manieren om het huidtype van de cliënt te bepalen. Het blijft nog steeds aan te raden om het te combineren met een tweede verificatie, zeker voor therapeuten met minder ervaring.
Hoe om de Fitzpatrick-vragenlijst te gebruiken:
De vragenlijst bestaat uit twee reeksen vragen; genetische aanleg en reactie op de zon. Voor elke vraag moet je een waarde tussen 0 en 4 voor die vraag (antwoord) toekennen. Aan het einde van de vragenlijst tel je de verschillende waarden op om een totaal te krijgen.
De vragenlijst voor de Fitzpatrick-schaal.
Genetische aanleg:
Waarde | 0 | 1 | 2 | 3 | 4 |
Jouw oogkleur? | Lichtblauw, lichtgrijs, lichtgroen | Blauw, grijs of groenHazelnootkleurig of lichtbruin | Hazelnoot of lichtbruin |
Donker bruin
|
Bruinzwart
|
Je natuurlijke haarkleur? | Sand, rood | Blond | Kastanje / donkerblond |
Donker bruin
| Zwart |
Kleur van niet-blootgestelde huid? | Roodachtig | Erg bleek | Bleek met beige tint | Lichtbruin | Donker bruin |
Heb je sproeten op niet-blootgestelde plekken? |
Veel
| Meerdere |
Weinig
| Heel min | Geen |
Reactie op blootstelling aan de zon:
Waarde | 0 | 1 | 2 | 3 | 4 |
Wat gebeurt er als je te lang in de zon blijft? | Pijnlijke roodheid, blaarvorming, afschilfering | Blaarvorming, gevolgd door afschilfering | Brand soms, gevolgd door schilferen | Brandt zelden | Brandt nooit |
In hoeverre word je bruin? | Niet of nauwelijks |
Lichte tint
| Redelijke tint | Bruin gemakkelijk | Wordt snel donkerbruin |
Wordt je bruin binnen enkele uren na blootstelling aan de zon? | Nooit | Zelden |
Soms
|
Vaak
|
Altijd
|
Hoe reageert je gezicht op de zon? |
Erg gevoelig
|
Gevoelig
| Normaal | Zeer resistent | Nooit een probleem gehad |
Tel de totale waarden voor elke sectie op voor je huidtypescore om je een betere evaluatie van je huidtype te geven.
Genetische aanleg ____
Reactie op blootstelling aan de zon ____
Totale huidtypescore ____
Totale huidtypescore | Fitzpatrick huidtype |
0 tot 6 | Type 1 |
7 tot 13 | Type 2 |
14 tot 20 | Type 3 |
21 tot 27 | Type 4 |
28 tot 34 | Type 5 |
35+ | Type 6 |
Controleer: welke van de volgende omschrijvingen past het beste bij je huidtype?
Omschrijving | Huidtype |
Brand altijd, bruin nooit | Type 1 |
Brand altijd, bruin soms | Type 2 |
Brand soms, bruin iets | Type 3 |
Brand zelden, bruin met gemak | Type 4 |
Matig gepigmenteerd, bruint heel gemakkelijk | Type 5 |
Donker gepigmenteerd, brand nooit | Type 6 |