Diodelasers vs andere lasertypes: wat is het echte verschil bij ontharing?
Door Raymond Schoeman
Veel professionals denken dat een diodelaser fundamenteel anders is dan andere lasers voor ontharing — zoals Alexandriet of Nd:YAG. In werkelijkheid is het enige technische verschil dat een diodelaser zijn licht produceert via een halfgeleiderchip (een diode), terwijl andere lasers gebruikmaken van een optische resonator.
Maar dit ene verschil heeft wel degelijk praktische gevolgen. Hier leggen we uit wat je moet weten.
Technisch verschil, grote impact
Formaat
Een diodelaserchip is zéér klein – vaak kleiner dan 1 mm². Ter vergelijking: een Alexandriet- of Nd:YAG-laser vereist een grotere resonator, soms zo groot als een brood.
Duurzaamheid & onderhoud
Diodes bevatten geen bewegende onderdelen, waardoor ze robuuster zijn. Resonatoren zijn gevoelig en moeten voorzichtig worden behandeld. Sommige gas- of kleurstoflasers bevatten bovendien giftige stoffen die extra veiligheidsmaatregelen vereisen.
Plug-and-play gemak
Bij diodelasers zit de diode meestal in het handstuk. Gaat er iets stuk? Dan vervang je gewoon het handstuk.
Bij lasers met een resonator moet vaak het hele toestel geopend worden bij een defect.
Productiekosten
Diodelasers zijn goedkoper te maken. Ze worden wereldwijd in enorme aantallen geproduceerd. Dat maakt ze ook toegankelijker, maar zorgt er tegelijk voor dat er veel lage kwaliteit op de markt komt.
Golflengte-opties – maar met kanttekeningen
Diodelasers kunnen ontworpen worden om verschillende golflengten te produceren, maar het combineren van meerdere golflengten in één handstuk is geen voordeel in de praktijk.
De verschillende golflengten worden vaak niet tegelijkertijd, maar sequentieel gebruikt — en voegen zelden waarde toe aan het behandelresultaat.
Bovendien zijn diodes gevoelig voor golflengtedrift bij temperatuurveranderingen. Dat betekent dat bij onvoldoende koeling of lange behandelsessies de outputgolflengte licht kan verschuiven, wat gevolgen kan hebben voor zowel effectiviteit als veiligheid.
Nadeel van de diode-opbouw
Omdat de diode ín het handstuk zit, zijn deze vaak groter en zwaarder dan bijvoorbeeld een Alexandriet-handstuk. Resonatorlasers hebben doorgaans kleinere, lichtere handstukken, wat prettiger werkt bij langdurig gebruik.
Hoe zit het met de behandelresultaten?
Veel mensen denken dat een diodelaser betere of veiligere resultaten geeft, maar dat klopt niet.
De effectiviteit van een laserbehandeling hangt niet af van het type lichtbron, maar van het geheel van parameters:
-
Golflengte
-
Fluence (energie)
-
Pulsduur
-
Spotgrootte
-
Koeling
-
Toepassingstechniek
Bijvoorbeeld: een diodelaser die 80 J/cm² levert op 1064 nm geeft exact hetzelfde effect als een solid-state laser met dezelfde instellingen — mits alle andere factoren gelijk zijn.
Waarom zie je zoveel goedkope diodelasers?
Een hoogwaardige diodelaser kost ongeveer evenveel als een hoogwaardige solid-state laser.
Toch zie je veel meer goedkope diodeapparaten op de markt.
Waarom? Omdat een goedkope solid-state laser nog steeds duur is om te produceren, terwijl een goedkope diodelaser met matige kwaliteit al snel winstgevend kan worden gemaakt.
Let dus op: niet elke diode betekent automatisch kwaliteit.
Misverstand over veiligheid: “Een diodelaser is veiliger omdat hij een koeltip heeft”
Dat is een veelvoorkomende fout.
De koeltip is er niet in de eerste plaats voor huidveiligheid. Die is nodig om de diode in het handstuk te koelen, anders zou het apparaat oververhit raken. Het bijkomende koelende effect op de huid is handig, maar geen garantie voor veiligheid.
Sterker nog: bij goedkopere modellen wordt die tip snel heet tijdens gebruik, waardoor het risico op verbranding juist toeneemt.
Samengevat: een diodelaser is niet automatisch veiliger of beter — het hangt af van het volledige ontwerp, de instellingen én de manier waarop je ermee werkt.
Heb je vragen over welke lasertechnologie het beste past bij jouw praktijk of behandeldoelen? Neem gerust contact met ons op via info@lasercollege.be.
