De twee fundamentele wetten van fototherapie die we in dit artikel bespreken, komen wellicht op eerste zicht als heel vanzelfsprekend over. Maar in de praktijk staat de meerderheid van de therapeuten er niet bij stil. Deze wetten zijn de fondatie van alle vormen van fototherapie.
De eerste wet van de fototherapie stelt dat licht moet worden geabsorbeerd om een fotoreactie te laten optreden.
In een vorig artikel, laserstraal interactie met de huid, hebben we gekeken naar de verschillende reacties die kunnen optreden wanneer een lichtstraal de huid binnendringt. We hebben toen ook vastgesteld dat resultaten alleen kunnen worden verwacht als er absorptie van het licht plaatsvindt.
Om ervoor te zorgen dat het licht daadwerkelijk de huid bereikt, moet de huid op het te behandelen gebied schoon en onbedekt zijn. Alle vormen van huidbedekkingen zullen licht sterk verminderen of zelfs volledig blokkeren. Ook make-up en zonnecrémes zullen dus vooraf moeten verwijderd worden.
De tweede wet van fototherapie bepaalt dat, ongeacht de soort behandeling, de geabsorbeerde energie door de doel moleculen binnen het therapeutische venster moeten zijn.
Laten we eerst definiëren wat een therapeutisch venster is in esthetische fototherapie. De voorwaarden waaronder een bepaalde therapie veilig en effectief kan worden gegeven. Een therapeut past de behandelingsparameters aan zoals; fluentie, polsduur en huidkoeling, om te voldoen aan de voorwaarden voor een veilige en effectieve behandeling.
Het is dus niet voldoende dat het licht alleen wordt geabsorbeerd, de juiste hoeveelheid energie moet gedurende de juiste tijdsperiode worden overgedragen.
Onderbehandeling vindt plaats wanneer licht wordt geabsorbeerd, maar niet genoeg of niet lang genoeg. Overbehandeling is een gevolg van te veel licht dat wordt geabsorbeerd, of voldoende licht dat wordt geabsorbeerd door een niet-beoogd doelmolecuul. Beide gebeurtenissen vallen buiten het therapeutische venster.